Als deel van het ‘Programma Hoogfrequent Spoorvervoer’ wordt het Station Nijmegen in de komende jaren ingrijpend aangepast en uitgebreid. Het Station Nijmegen is ‘te gast’ in de uitlopers van de stuwwal. De plaatselijke topografie vormde lang een natuurlijke begrenzing, maar met de westelijke stadsuitbreiding is het station in de stad komen te liggen. Het station heeft naast een groot hoogteverschil een complexe bouwkundige geschiedenis waarbij de overblijfselen van het historische station van C.H. Peters na de oorlog door Sybold van Ravesteyn zijn ingepast in een nieuw, monumentaal station. Office Winhov is aangesteld als architect voor de vernieuwe perrontunnel en opgangen, het extra perron met perronkap en de nieuwe westelijke entree. De nieuwe houten perronkap volgt het 100 jaar oude ‘Zollinger’ constructieprincipe waardoor een bijzonder slanke dimensionering van de CLT-spantdelen mogelijk is. De west-entree is opgevat als een paviljoen in de groene omgeving waarbij de nieuwe fietsenstalling is ingepast onder het stationsplein met een directe toegang naar het fietspad aan de Tunnelweg. Het stationsplein en de directe omgeving worden ingericht als deel van het landschap van de stuwwal.