Het gebouw, naar ontwerp van architect Jan Bernard Springer, werd in 1909 in gebruik genomen als ontleedkundig laboratorium van de Universiteit van Amsterdam. Het massieve bakstenen gebouw heeft een formele voorzijde aan de straat en drie vleugels aan de parkzijde. Bijzonder in het bestaande interieur zijn de wanden van geglazuurde baksteen in de gangen en de grote ruimte en spantconstructies van de voormalige museumzaal. Deze elementen zullen zichtbaar blijven en sfeerbepalend zijn. Nieuwe interventies zijn in samenhang hiermee ontworpen. Met de verhuizing van het laboratorium heeft het gebouw na bijna 80 jaar haar oorspronkelijke functie verloren. Als onderdeel van de transformatie van het Oosterpark kreeg het gebouw een nieuwe bestemming als hotel. De ambitie van het ontwerp van Office Winhov is om de relatie tussen het gebouw en het aangrenzende Oosterpark te versterken. Daarom is het privéterrein rondom het gebouw als onderdeel van het park ontworpen. Het park zal zich daardoor tot in het hart van het gebouw manifesteren. In iedere vleugel van het gebouw zal een uniek semiopenbaar programma gerealiseerd worden met elk een eigen relatie met het park. Eén vleugel wordt uitgebreid met een nieuw volume dat bestaat uit hotelkamers en een vrij toegankelijke brasserie op de begane grond. Bij het ontwikkelen van de architectonische expressie voor het nieuwe bouwdeel is de verbinding met het bestaande gebouw gezocht.